Wie naar Italië reist, heeft een eindeloze lijst met bestemmingen (en culinaire hoogstandjes) om uit te kiezen. Maar sommige plekken zijn toch nét wat aantrekkelijker dan andere. Het eiland Capri in de Baai van Napels schopt het volgens velen tot een van de hoogtepunten van Italië. Het eilandje, met een oppervlakte van nog geen elf vierkante kilometer, ligt bezaaid met stranden, grotten en historisch erfgoed.
Capri: hoe kom je er?
Een bezoek aan Capri is perfect te combineren met bijvoorbeeld een reis langs de Italiaanse Amalfikust, omdat het eiland goed bereikbaar is vanaf het vasteland. Neem de veerpont (90 minuten) of draagvleugelboot (45 minuten) vanuit Napels, of vertrek voor een nog kortere overtocht vanuit Sorrento (20 minuten). Auto’s zijn het grootste deel van het jaar niet toegestaan op Capri, maar dat is geen probleem: het eiland is zo klein dat je het gemakkelijk te voet of met het openbaar vervoer kan verkennen. Deze zeven plekken mag je wat ons betreft niet missen.
1. Zwemmen bij Marina Grande
Marina Grande is de grootste haven van Capri – hier kom je aan en verlaat je het eiland ook weer. Vlak bij het haventje vind je een van de mooiste stranden van Capri. Het heldere water, de goede bereikbaarheid en het uitzicht op de boten die de baai in- en uitvaren maken het strand van Marina Grande een van de populairste zwemlocaties op het eiland.
2. Magische sferen in de ‘blauwe grot’
Een bezoek aan de Grotta Azzurra of ‘blauwe grot’ is er een om niet snel te vergeten, dat garanderen we: door reflecterend zonlicht kleurt het water in de grot helderblauw, een magisch gezicht. Deze inmiddels beroemde bezienswaardigheid op Capri was vele eeuwen geleden al bekend onder de eilandbewoners. Archeologische vondsten wijzen erop dat de plek in de Romeinse tijd mogelijk versierd was met beelden.
3. Wandeling over de Via Krupp
Dit steile wandelpad vol haarspeldbochten werd begin twintigste eeuw aangelegd door de Duitse industrieel Friedrich Alfred Krupp, die zijn winters vaak doorbracht op Capri. Geniet van de uitzichten op deze route die van de Giardini di Augusto – de voormalige tuinen van keizer Augustus – leidt naar het strandje Marina Piccola.
4. Marina Piccola: strand van sirenen
Dit witte kiezelstrand staat bekend als een van de mooiste stranden van Capri. Volgens de oud-Griekse heldendichten zou dit de plek zijn waar Odysseus werd verleid door de sirenen en hun hypnotische gezang. Het lijkt of de stemmen van deze halfgodinnen nog altijd hoorbaar zijn rond Marina Piccola – of worden de vele bezoekers die hier elk jaar naartoe reizen bedwelmd door de prachtige kalksteenkliffen, de lokale restaurantjes en de turkooise Middellandse Zee?
5. Genieten en geschiedenis in Capri
Een kabelbaan brengt je van de haven Marina Grande naar Capri, de hoofdstad van het gelijknamige eiland. In het centrum van dit plaatsje ligt het Piazza Umberto I. Dit plein met zijn sfeervolle – zij het dure – terrasjes is de perfecte plek voor een aperitivo. Een historische bezienswaardigheid om niet te missen is het veertiende-eeuwse klooster en museum Certosa di San Giacomo, gelegen aan de zuidelijke rand van het dorp.
6. De architectuur van Villa San Michele
De Villa San Michele, een eclectisch gebouw waarin Egyptische sfinxen, Griekse zuilen en Caprese architectuur samenkomen, is het levenswerk van de Zweedse natuurkundige Axel Munthe (1857-1949). De tuinen rond het complex staan vol antieke kunstvoorwerpen en bieden een uitzicht over de haven van Capri en de kustlijn van het Italiaanse vasteland, waaronder de vulkaan Vesuvius.
7. Romeinse ruïnes van Villa Jovis
Vanaf het centrale plein in Capri wandel je in ongeveer 45 minuten (bergop) naar de archeologische site van Villa Jovis. Deze ruïnes van een Romeins paleis liggen boven de kliffen aan de westkust van Capri. De villa werd gebouwd in het jaar 27 n.C. in opdracht van de Romeinse keizer Tiberius. Ook andere Romeinse heersers, waaronder keizer Nero, zouden later een tijd in de villa verblijven.
Myrthe Prins werkt al ruim tien jaar als journalist – ze schreef reisverhalen voor Traveler, was verslaggever voor de PZC en interviewde tal van onderzoekers voor haar wetenschapsrubriek in National Geographic Magazine. Naast haar werk als online redacteur schrijft ze poëzie en proza, leert ze nieuwe talen en helpt ze haar team ontsnappen uit escape rooms.
